insight/ogenblikken
De witte flat reikt hoger dan de bomen, het gebouw heeft van de architect een aanbouw gekregen. De daklijn golft zacht, bijna wulps. Er heerst iets zuidelijks. Het bouwsel heeft een dak van platen en een rond raam. Net een schip. De buizen op het dak versterken dat beeld. Niemand op het dek van het schip, ook in de woonkamers geen teken van leven. Geen mens op de balkons om de planten te begieten. Het blijft merkwaardig stil op dit uur in de wijk. Dat zal snel veranderen, want dit is Parijs, deze witte droomgestalte die hier ligt aangemeerd. Je zoekt de horizon af, et voilà: de Eiffeltoren, netjes neergezet door de fotograaf. Zo ken je Parijs niet, dit is de andere kant van de lichtstad. Want licht is er wel, mooi gesluierd.
Nog verder weg dan de spits van de Eiffeltoren ligt de zomer waar de Parijzenaars vertoeven. Een jonge vrouw aan de Bretonse kust strekt haar lichaam uit, de stenen baai tilt haar op tot in het dunste licht, ze ijlt haast weg, zo doorschijnend. Ze waagt zich tegen de hemel, vervuld van aards genot lijkt zij opgetild te worden. Alsof ze de plek wil ontstijgen zweeft ze naar ons toe, oh la la, langs avenues en flatblokken, tot aan de zinnenprikkelende periferie van onze geest. En je ziet terug wat je denkt: een flatgebouw dat als een lichaam voelt, een meisje dat je niet uit je hoofd kunt zetten, omdat ze wind en adem is. Quelle beauté.
|