philippen & znAanwezigheid van bos
Aanwezigheid van bos Ik weet een bos voor dieren in het donker, een zachte helling met klauwen in de grond. In mijn dromen rekken zich jonge beukenbomen, gestileerde vormen lopen uit in waaiers kruin. Nu eindelijk het ruisen in dit kavel is stilgezet, het kleurpalet van bladeren verstrakt, geeft het bos zich aan mij over. Alle aandacht voor de takken, hun zuiverheid, hoor ik opnieuw de roep van pasgeboren vogels. Boven strakke stammen daalt eindeloos het licht, warrelt boven grondgebladerte. Straks sluipt hier de nacht, voetje voor voetje, kronkelig pad.